Lageropgeleid of praktisch opgeleid?

Lageropgeleid of praktisch opgeleid?

‘Stop met mensen lageropgeleid noemen. Ze zijn praktisch opgeleid. Dat is niet slechter dan theoretisch opgeleid.’ Deze uitspraak deed opiniemaker en ondernemer Marianne Zwagerman eind vorige week bij een bijeenkomst met ondernemers. Tussen de paasbrunch en het paasdiner ging haar uitspraak viral op social media. Afgelopen week ging dat door op Twitter en LinkedIn. Een discussie met voor- en tegenstanders werd het trouwens niet. Ik zag vooral ‘eens’ reacties.

Als onderwijskundige werk ik vooral voor mbo- en beroepsgericht onderwijs. De lageropgeleiden of praktisch opgeleiden dus. Wat vind ik van de uitspraak van Marianne Zwagerman? En hoe kijk ik vanuit mijn werk naar de termen lageropgeleid en praktisch opgeleid?

Wij ontwikkelen leeroplossingen. Dat doen we vooral voor mbo- en beroepsgericht onderwijs. De kern daarbij is dat het gaat om een praktisch beroep. De vraag ‘hoe maak ik van iemand een vakman?’ is daarbij altijd het uitgangspunt. Daarom zorgen we ervoor dat we niet alleen het beroep begrijpen en nadenken over vakdidactiek, maar ook aansluiten bij onze doelgroep. Wie zijn ze? Wat is hun werk- en denkniveau? Wat is het taalniveau? Zijn er leervoorkeuren? Hoe ziet de praktijk eruit?

We houden dus absoluut rekening met het niveau. Ik kijk echter nooit naar mijn doelgroep vanuit het hokje ‘laagopgeleid’. Het zijn vakmensen of ze ontwikkelen zich tot vakmensen. En daar heb ik respect voor. Eerder al schreef ik dat ik in theorie een hele goede kapper ben, maar het geen aanrader is om mij dat in de praktijk ook te laten proberen. Het probleem begint al bij het vasthouden van de schaar. Nee, dat laat ik graag aan de experts over. Ik begrijp heel goed dat het woord ‘lager’ als minder gezien wordt en dat denigrerend overkomt. Ik kan me daarom helemaal vinden in de term praktisch opgeleid.

Tot zover zijn we het dus eens. Voor de rest van het verhaal geldt dat niet. Daarin is Marianne Zwagerman zelf namelijk denigrerend, maar dan over theoretisch opgeleiden (hoger opgeleiden). Zij geeft af op de opleiding vrijetijdskunde. Dat vind ik vooral heel jammer, niet nodig en het slaat bovendien de plank mis. Vrijetijdsbesteding is een business waarin veel mensen een goede boterham verdienen. Een vrijetijdsmanager is ook praktijkgericht opgeleid, maar dan op hbo-niveau. Dat is niet iets om op neer te kijken. En los van de inhoud: Marianne vindt dat je niet mag neerkijken op iemand die praktisch opgeleid is. Maar zij mag wel neerkijken op iemand die theoretisch opgeleid is. Ik begrijp daar niets van. Laat iedereen in zijn waarde en ga uit van ieders kracht. Het is niet een kwestie van of praktisch of theoretisch. Je hebt allebei nodig, sterker nog: ze kunnen niet zonder elkaar.

Voor wie het filmpje wil bekijken en discussies wil lezen

Reacties zijn gesloten.