Beoordelen van de beroepspraktijkvorming

Beoordelen van de beroepspraktijkvorming

Het is altijd een mooi moment als een student op het punt staat om de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen. Dat is namelijk precies waar de beroepspraktijkvorming (bpv) om draait. Maar: hoe beoordeel je dit avontuur? Hoe zorg je ervoor dat de grens tussen opleiden en examineren helder blijft? Lees snel verder!

Beroepspraktijkvorming

De beroepspraktijkvorming (bpv) is een cruciaal onderdeel van elke beroepsopleiding. Hierin ontwikkelen studenten hun vaardigheden in de echte werkomgeving. Het is die fase waarin de theorie en praktijk samenkomen, uitgevoerd bij een erkend leerbedrijf. De bpv is een verplicht onderdeel van elke beroepsopleiding. De WEB beschrijft in artikel 7.2.8 de eisen die aan de bpv gesteld worden. Het oordeel ‘de bpv is met goed gevolg afgesloten’ is een aanvullende voorwaarde voor diplomering. Dit staat in artikel 7.4.3.

beroepspraktijkvorming
Afbeelding gegenereerd door ChatGPT van OpenAI

Beoordelen van de bpv

Het Toezichtkader stelt dat het onderscheid tussen opleiden en examineren goed zichtbaar moet zijn. Het moet volstrekt duidelijk zijn wanneer je bezig bent met opleiden en wanneer iets een examen is. Opleiden vraagt namelijk om een andere benadering van studenten dan examineren. Bij opleiden gaat het om het bieden van een zo optimaal mogelijke begeleiding. Bij examineren gaat het om objectief, betrouwbaar en valide beoordelen. Natuurlijk heeft dit scherpe onderscheid zijn voor- en nadelen, maar los van wat je daarvan vindt: het is een verplichting om het op deze manier in te richten.

Het is dus belangrijk om duidelijk vast te leggen wanneer er sprake is van opleiden en wanneer van examineren. De school legt, samen met het leerbedrijf, in de bpv-overeenkomst vast welk deel van de kwalificatie in de bpv aan de orde komt en hoe het behalen van het bpv-deel wordt beoordeeld.

Lees ook: Betekenisvolle toetsen

Examinering van de bpv

Het beoordelen van het behalen van de bpv staat in principe los van examinering. Het staat ook los van examinering in de beroepspraktijk. Maar scholen hebben echter wel de mogelijkheid om de examinering helemaal of voor een gedeelte te laten samenvallen met de bpv. Een school die hiervoor kiest, moet er wel voor zorgen dat de volgende randvoorwaarden op orde zijn:

  • In de OER moet duidelijk worden aangegeven hoe de examinering plaatsvindt en hoe de BPV beoordeeld wordt. Het moet ook duidelijk zijn hoe deze twee zich tot elkaar verhouden en of de beoordeling deels of volledig samenvalt.
  • Het examen moet een onafhankelijk oordeel geven over het bpv-deel van de kwalificatie, ongeacht de integratie met andere beoordelingsaspecten.
  • Het examen moet voldoen aan de vastgestelde standaarden voor examenkwaliteit.
Reacties zijn gesloten.