Blijf bij je eerste antwoord! Of toch niet?

Blijf bij je eerste antwoord! Of toch niet?

Je eerste antwoord is vaak de juiste – dat hoor je overal. Maar klopt dat eigenlijk wel? Onderzoek laat zien dat het niet zo simpel is. Wat vooral telt, is hoe zeker je bent van je antwoord. Twijfel je? Dan kan heroverwegen juist slim zijn. Hoe ga je daar in de praktijk mee om?

Je eerste antwoord is niet heilig

Het idee dat je altijd bij je eerste antwoord moet blijven, is diepgeworteld. Maar studies tonen aan dat studenten die hun antwoorden wijzigen, vaker hun score verbeteren dan verslechteren. Dit geldt vooral als de aanpassing gebaseerd is op nieuwe inzichten of een heroverweging van de vraag. De kunst is om niet blindelings te veranderen, maar kritisch te kijken naar je eigen zekerheid.

Confidence tracking – het bewust nadenken over hoe zeker je bent van een antwoord – kan helpen. Stel jezelf tijdens het tentamen de volgende vragen:

  • Weet ik dit zeker of gok ik?
  • Heb ik nu extra informatie die mijn eerste antwoord onderuithaalt?
  • Twijfel ik, maar heb ik een goede reden om te veranderen?

Door bewust met je zekerheid om te gaan, voorkom je impulsieve wijzigingen en maak je beredeneerde keuzes.

Wat betekent dit voor docenten en studenten?

Voor studenten betekent dit dat het slim is om niet alleen naar je eerste antwoord te kijken, maar ook naar je vertrouwen erin. Bij twijfel is het goed om een antwoord nog eens kritisch te bekijken. Een strategie kan zijn om eerst alle vragen te maken en daarna bewust de twijfelende antwoorden na te lopen.

Voor docenten is het waardevol om studenten te trainen in zelfvertrouwen en heroverweging. Denk aan oefententamens waarbij studenten hun zekerheid aangeven, of formatieve toetsen waarin antwoordaanpassingen en hun effect worden besproken. Dit helpt studenten om hun besluitvaardigheid te verbeteren en strategischer met hun antwoorden om te gaan.

Slim omgaan met antwoordaanpassingen: 3 tips

  1. Gebruik een zekerheidsschaal: Geef bij elke vraag aan hoe zeker je van je antwoord bent. Dit helpt bij het terugkijken en heroverwegen.
  2. Verander niet zomaar: Pas antwoorden alleen aan als je een duidelijke reden hebt, bijvoorbeeld een inzicht dat je eerder over het hoofd zag.
  3. Train je beslisvaardigheid: Oefen met zelfreflectie tijdens oefententamens. Hoe vaak verander je een antwoord? En is dat meestal een verbetering?

Kortom: het gaat niet om vastklampen aan je eerste ingeving, maar om bewust beslissen. Door slim om te gaan met antwoordaanpassingen, kun je je tentamenresultaten verbeteren.


Bronvermelding:
Universiteit Utrecht (2024). Antwoordaanpassingen tijdens het tentamen: handig of juist niet? Geraadpleegd op www.uu.nl.

Reacties zijn gesloten.