Hoe maak je een goede toetsmatrijs?

Hoe maak je een goede toetsmatrijs?

Als docent of toetsontwikkelaar is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je toetsen betrouwbaar en valide zijn. Een manier om dit te bereiken is door een goede toetsmatrijs te gebruiken. Maar wat is een toetsmatrijs eigenlijk? En hoe maak je er één die effectief is? Lees snel verder voor de antwoorden op deze vragen!

Wat is een toetsmatrijs?

Een toetsmatrijs noem je ook wel een specificatie of blauwdruk voor een toets. Je gebruikt het om de inhoud en structuur van een toets vast te leggen. Een toetsmatrijs geeft aan welke onderwerpen worden getoetst, hoeveel vragen er per onderwerp zijn en welk niveau van complexiteit wordt verwacht. Een toetsmatrijs vul je in voordat je de vragen ontwikkelt. Je bekijkt de leerdoelen, bepaalt hoeveel vragen er per leerdoel moeten terugkomen in de toets en welk niveau deze vragen moeten hebben. Het niveau koppel je aan een taxonomie (bijvoorbeeld die van Bloom).

Functie

Een goede toetsmatrijs vergroot de betrouwbaarheid van de toets. Iedere toetsafname moet dezelfde leerdoelen meten en van hetzelfde niveau zijn. De toetsmatrijs geeft aan hoe die verdeling van leerdoelen en niveau moet zijn. Daarnaast vergroot het ook de validiteit van de toets: meet je wat je wilt meten? In de toetsmatrijs wordt geborgd dat alle leerdoelen worden getoetst. Tenslotte is het ook een communicatiemiddel dat zorgt voor transparantie. Studenten weten precies wat er van hen wordt verwacht en welke onderwerpen ze moeten bestuderen. Met de toetsmatrijs ‘in de hand’ kunnen ze hierover met elkaar en/of met hun docenten in gesprek gaan. En vanzelfsprekend is een matrijs ook een communicatiemiddel voor docenten onderling.

toetsmatrijs

Voordelen

Het gebruik van een toetsmatrijs heeft verschillende voordelen:

  • Het helpt bij het verminderen van bias in de beoordeling. Doordat de inhoud en structuur van de toets duidelijk zijn vastgelegd, worden docenten of ontwikkelaars niet beïnvloed door persoonlijke voorkeuren of afwijkingen.
  • Het voorkomt persoonlijke ‘invulling’ van leerdoelen. Omdat zowel de inhoud als het niveau zijn vastgelegd, is er meer zekerheid dat ontwikkelaar a een toets maakt die gelijkwaardig is aan een toets die ontwikkelaar b zou maken.
  • Je vermijdt dat je teveel toetsvragen maakt over hetzelfde onderwerp of leerdoel. We weten allemaal dat je voor het ene leerdoel nu eenmaal makkelijker vragen ontwikkelt dan je voor een ander leerdoel doet. Zonder een toetsmatrijs loop je daarbij het risico dat er een heel scheve verdeling ontstaat.
  • Een toetsmatrijs kan gebruikt worden als verantwoording van de inhoud van de toets naar anderen. Bijvoorbeeld bij een audit of accreditatie.
  • Het bespaart tijd bij het ontwikkelen van de toets. Omdat alle aspecten al zijn vastgelegd, hoeft de docent of ontwikkelaar ‘alleen nog maar’ vragen te bedenken die aansluiten op de matrijs.

Lees ook: Toetsanalyse voor dummies

Waar let je op bij het invullen van een toetsmatrijs?

Zorg allereerst voor duidelijke leerdoelen, die aansluiten bij het beoogde niveau van studenten. Let erop dat het aantal vragen zo evenredig mogelijk is verdeeld over de verschillende onderwerpen die je toetst. Zo voorkom je dat bepaalde onderwerpen over- of ondervertegenwoordigd zijn. En last-but-not-least: zorg voor vragen op verschillende niveaus om een goed beeld te krijgen van de kennis en vaardigheden van studenten. Soms is het lastig om een leerdoel te plaatsen in één cognitief niveau. In dat geval maak je altijd een keuze. Je beslist dan in welk niveau het leerdoel het beste past. 

Reacties zijn gesloten.