Principes voor een inclusief onderwijskundig ontwerp
Inclusief ontwerp. Oftewel voor mijn tak van sport: een inclusief onderwijskundig ontwerp. Dat is iets wat denk ik steeds meer onder de aandacht komt, iets wat mensen belangrijk vinden en waar dan ook steeds meer om wordt gevraagd. Dus: wat doe jij om je onderwijskundig ontwerp voor iedereen toegankelijk te maken? Via LinkedIn vond ik een artikel dat de principes mooi op een rijtje zet voor UX’ers en ontwikkelaars. Ik vulde die principes aan voor onderwijskundigen en maakte dus de vertaling naar een inclusief onderwijskundig ontwerp.
1. Bied een vergelijkbare ervaring
Zorg ervoor dat je interface een vergelijkbare ervaring biedt voor iedereen. Zo kan iedereen zijn taken afronden, op een manier die bij zijn/haar eigen behoeftes en mogelijkheden past, zonder dat het de kwaliteit van de content aantast. Praktisch gezien kun je daarbij denken aan het bieden van basale alternatieven, zoals een audiotranscript of een alt-tekst. Idealiter zou je dat soort dingen standaard schrijven voor en opnemen in je e-learning. Maar ook gebarentaal is een mooie optie.
2. Denk na over de context
Je hebt verschillende soorten gebruikers die je content onder verschillende omstandigheden gebruiken. Gebruikers die makkelijk en gebruikers die lastiger hun weg vinden. Gebruikers die thuis zijn en gebruikers die onderweg zijn. Maak hun leven makkelijker door bijvoorbeeld ondersteuning te bieden, die bijvoorbeeld een complex formulier of de opbouw van een lastige pagina uitlegt. Voor gebruik onderweg is kleurcontrast belangrijk, maar ook het aanzetten van captions. Denk ook na over het standaard uitzetten van het geluid bij kleinere viewpoints.
Lees ook: Een onderwijskundig verantwoord dashboard
3. Wees consistent
Volgens mij is deze niet alleen belangrijk bij een inclusief ontwerp, maar eigenlijk altijd. Zorg voor een herkenbare opbouw van pagina’s en tekst. Houd de stijl van je taalgebruik overal hetzelfde. Pas functionaliteiten consequent op dezelfde manier toe. Zo is het voor gebruikers logisch dat ze dezelfde dingen steeds op dezelfde manier kunnen doen.
4. Geef controle
Zorg dat gebruikers de content kunnen benaderen op de manier die zij het prettigst vinden. Denk bijvoorbeeld aan controle over scrollen, de mogelijkheid om te kunnen stoppen en het toestaan van zoomen. Denk jij hier ook meteen aan de self determination theory?
5. Bied keuze
Er zijn vaak meerdere manieren om een taak te voltooien. Geef mensen autonomie over de manier waarop zij dat willen doen. Als je alternatieve manieren biedt, geef je mensen de kans een keuze te maken die bij hun omstandigheden past. Denk bijvoorbeeld aan zowel een ‘swipe’ als een ‘wijzig’ knop op mobiel. Denk ook aan alternatieve manieren om informatie weer te geven. Bijvoorbeeld zowel een tekst als een infographic.
6. Maak duidelijk wat belangrijk en minder belangrijk is
Hiermee help je gebruikers om hun aandacht te richten op de juiste zaken. Dat doe je bijvoorbeeld door functionaliteiten en content niet allemaal tegelijk te tonen, maar dat op het moment te doen dat ze nodig zijn. Of door de content die ertoe doet direct zichtbaar te maken en gerelateerde content via een link eronder te laten zien. Zorg ook dat tekst voor links, koppen en knoppen duidelijke taal gebruiken en dat ook daar de belangrijkste tekst als eerste staat.
7. Voeg waarde toe
Een functionaliteit of tekst is geen doel op zich, maar moet ergens toe dienen. Bijvoorbeeld om de gebruikerservaring te vergemakkelijken of omdat de inhoud bijdraagt aan het leerdoel. Of iets waarde toevoegt en/of dat voor zoveel mogelijk mensen geldt, zou dus eigenlijk een standaardvraag moeten zijn.