Storytelling in e-learning: maak het ultrakort
Storytelling en e-learning horen onlosmakelijk bij elkaar. Als ik een e-learning tegenlees, is één van de eerste checks altijd of het verhaal klopt. Welk verhaal vertel je? Heeft het een kop en een staart? En is het voor de lezer te volgen? Als ontwikkelaar kun je daarbij de gebruikmaken van de principes van storytelling. Om te zorgen dat het verhaal boeit en spannend blijft. Maar: het kan ook juist de moeite waard zijn om daar vanaf te wijken. En niet alle principes toe te passen. Ik vertel je waarom.
De functie van storytelling
Over storytelling, oftewel het vertellen van verhalen, schreef ik al eerder. Kort samengevat: verhalen vertellen doen we al heel lang. Wetenschappers denken zelfs dat we onze overleving te danken hebben aan het vertellen van verhalen.
Binnen organisaties kun je verhalen gebruiken als aanjager van verandering. Maar verhalen kunnen ook trainingen effectiever maken. Omdat ze, mede dankzij emoties, lerenden helpen verbindingen te maken. En omdat de verhalen lerenden helpen om zich af te vragen wat de inhoud voor hen betekent.
Een goed verhaal
Een goed verhaal raakt emoties en kent een duidelijke structuur en samenhang. Bijvoorbeeld een begin, een midden en een einde. En daarbinnen vaste elementen zoals conflict, spanning, tegenstelling en dialoog. Tenslotte gaat een goed verhaal vaak over het overwinnen van problemen. Het oplossen van vraagstukken helpt lerenden om zich te verplaatsen in de materie. Het vergroot de betrokkenheid en motivatie.
Dat betekent dat het moeite kost om een goed verhaal te maken. Lees: het kost veel tijd om zo’n verhaal te schrijven. En meestal is het verhaal het dan toch ‘net niet’. Ray Jiminez adviseert daarom om te werken met ‘hyperstories’: ultrakorte verhalen.
Ultrakorte verhalen
In zo’n ultrakort verhaal deel je het meest emotionele gedeelte van het verhaal. Daarna vraag je de lerenden om de verhalen in hun eigen context te interpreteren. Je vraagt ook naar de betekenis ervan in hun eigen werk of leven.
Daarmee activeer je (voor)kennis en zorg je uiteindelijk voor beter leren. Want daarmee sluit je aan op de werking van het geheugen. Je maakt verbindingen en versterkt verbindingen. Zo’n kort verhaal is voldoende om dat op gang te brengen. En allerlei andere rompslomp eromheen is alleen maar overbodige afleiding.
Een ultrakort verhaal maken
Hoe maak je dan zo’n ultrakort verhaal? Allereerst bepaal je wat je wilt overbrengen. Daarna zoek je een gerelateerde gebeurtenis. Als je bijvoorbeeld wilt uitleggen waarom het dragen van een veiligheidsbril belangrijk is, maak je een verhaal over iemand die blind geworden is en boos op zichzelf omdat ‘ie dat heeft laten gebeuren. Vervolgens vraag je de lerenden naar hun eigen vergelijkbare of verwante verhalen. Tenslotte laat je de lerenden de les uit het verhaal en hun eigen verhalen identificeren.
Belangrijkste leerpunten voor mezelf
Ik moest zelf bij deze ultrakorte verhalen denken aan iets uit een schrijftraining van ooit. Lang geleden. Daar moesten we zoveel mogelijk overbodige woorden uit een sprookje halen. Uiteindelijk bleef er ‘wolf eet roodkapje’ over. De clou daarvan is dat je kritisch bent op wat je echt nodig hebt. En dat geldt wat mij betreft ook voor verhalen. Al dan niet ultrakort.
Daarnaast denk ik dat je alert moet zijn op de inhoud van de vergelijkbare verhalen van de lerenden. Want: wat als die fouten of misvattingen bevat? Maar vanuit de gedachte van transfer van het geleerde is dit wel weer heel interessant. Ongeacht of de verhalen wel of niet kloppen. Het is dan de kunst om het weer tot een juiste werkelijkheid te maken.
Dus wat ik hieruit meeneem voor mezelf:
- Less is more: wat heb je echt nodig voor je verhaal? Ik kan rigoreuzer schrappen dan ik meestal doe.
- De verhalen van de lerenden zijn minstens zo belangrijk als het verhaal dat ikzelf wil overbrengen. Wat kan ik doen om dat meer naar de voorgrond te halen en hen te stimuleren om inhoud te verbinden aan hun eigen ervaringen? Dat is een interessante focus denk ik.