Voice of the learner: onderzoek naar leerervaringen en -voorkeuren

Voice of the learner: onderzoek naar leerervaringen en -voorkeuren

Een Engelstalige titel, omdat ‘de stem van de lerende’ toch wat minder lekker klinkt…. ‘Voice of the learner‘ is een onderzoek van adviesbureau McKinsey. Zij deden onderzoek onder 5000 professionals uit 114 landen. Daarbij stelden ze vragen over leerervaringen en -voorkeuren. En dan blijkt dat lerenden vaak toch net iets anders over leren denken dan wij als onderwijs- of opleidingskundigen doen. Dat is opvallend, en interessant, en uitdagend. Want wat doe je met deze conclusies? Ga je andere keuzes maken? Of doe je dat juist bewust niet?

Voice of the learner: onderzoek naar leerervaringen en -voorkeuren


Niet enthousiast over microlearning

Eén van de conclusies die ik er voor mezelf uithaal, is dat lerenden niet heel enthousiast zijn over microlearning: het opdelen van leren in kleine segmenten van 1 tot 3 minuten. Meer dan de helft van de geïnterviewden vindt dat leersessies die tussen de 20 en 45 minuten duren het meest effectief zijn.

kleinere leerobjecten

Een trend die je nu ziet, is dat de leerstof bij een onderwerp wordt verdeeld over kleinere leerobjecten. En die leerobjecten kunnen langer, maar ook heel kort zijn. Denk aan een stappenplan of een instructiefilm van ongeveer 2 minuten. Uitgaand van dit onderzoek zou het totaal van die leerobjecten dan tussen de 20 en 45 minuten moeten duren. Wat je dan in feite doet is microlearning inbedden binnen een breder aanbod van leren en ontwikkelen. Dat is denk ik meteen de clou waarom het daar wel werkt (is tenminste mijn ervaring). Een risico van microlearning is dat het als ‘hap-snap’ voelt en de lerende de grotere context mist. Wilfred Rubens blogde daar al eerder over. Door het in te kaderen en het daarbij goed te structureren, heb je dat ‘hap-snap’ gevoel niet en is die grotere context er wel.

just-in-time leren

Een andere manier om microlearning effectief in te zetten, is in het kader van de 5 moments of need van Bob Mosher en Conrad Gottfredson. Dat framework gaat er vanuit dat er 5 momenten zijn waarop iemand behoefte heeft aan kennis en vaardigheden. Die momenten zijn als je:

  1. iets voor het eerst doet
  2. ergens meer over wilt weten
  3. iets moet toepassen
  4. een probleem tegenkomt
  5. te maken hebt met een verandering

Microlearning kun je prima inzetten voor het ‘just-in-time’ leren, bijvoorbeeld als je even snel wilt opzoeken hoe je iets ook alweer moet doen of als je tijdens het werk een probleem moet opzoeken.

conclusie is best logisch

Het verhaal hierboven laat zien dat de conclusie uit het onderzoek eigenlijk best logisch is. Ik denk dat die vooral te maken heeft met de manier waarop microlearning wordt ingezet en zoals de lerenden het dus ervaren hebben. Bij even doordenken, is er dus eigenlijk niets nieuws onder de zon. Waarom ik de conclusie toch nog steeds interessant vind en wil onthouden, is vanwege de overtuiging van de lerenden. Als zij sessies van 20 tot 45 minuten als het meest effectief ervaren, dan is dat iets wat je serieus moet nemen.

Andere conclusies

Andere conclusies uit het onderzoek zijn dat lerenden:

  • niet heel enthousiast zijn over gepersonaliseerd leren op basis van artificial intelligence (AI). Dat heeft vooral te maken met privacy en eigenaar zijn van en controle uitoefenen over het gebruik van je eigen gegevens.
  • video, audio en webinars minder waarderen dan online cursussen.
  • liever alleen leren dan in een groep.
  • gemotiveerd worden als het leren relevant is, ze er waardering voor krijgen en het is ingebed in een leercultuur in de organisatie.

Nuances

Goed om in je (en in ieder geval in mijn) achterhoofd te houden is dat het onderzoek is uitgevoerd onder professionals. Dat betekent dat je de resultaten niet zomaar kunt vertalen naar andere doelgroepen. Zo werk ik voornamelijk met werknemers op mbo-niveau, en gelden de resultaten daar niet zomaar ‘ook’ voor. Tegelijkertijd denk ik dat veel dingen niet zo heel verschillend zijn. Het gemotiveerd zijn als leren relevant is, gewaardeerd wordt en is ingebed in een leercultuur, herken ik bijvoorbeeld ook bij mijn doelgroep.

Ook goed om te weten is dat niet alle vormen van leren zijn meegenomen. Denk bijvoorbeeld aan adaptief leren, leren tijdens het werk of het oefenen van vaardigheden. En last but not least, voorkeuren zeggen niets over of er daadwerkelijk iets geleerd wordt. Het veronderstelt alleen meer motivatie, maar motivatie leidt niet automatisch tot leren.

Reacties zijn gesloten.