Wat is online onderwijs?
Welk afscheidscadeau geef je aan een rector van de Open Universiteit? Een reeks micromodules over activerend online onderwijs! Dat had je bijna zelf kunnen bedenken toch? Maar interessant is het zeker. Ik heb me daarom aangemeld en volgde de eerste micromodule: Wat is online onderwijs? Hieronder lees je wat ik interessant vond en op welke punten de module stof tot nadenken heeft gegeven.
Wat is online onderwijs?
De definitie van online onderwijs is eigenlijk een beetje vreemd. Je spreekt van online onderwijs als meer dan 80 procent van de content online wordt aangeboden. Als 30 tot 80 procent van de content online is, noemen ze het blended learning en als minder dan 30 procent online is, dan is het face-to-face onderwijs. De scheidslijnen worden dus bepaald door percentages. Dat is vreemd omdat het online aanbieden van content, of überhaupt het aanbieden van content, nog geen onderwijs maakt. Daarvoor moet je zorgen dat leerfuncties aan bod komen. Denk aan vormen van verwerking of toetsing.
Onderwijs kan dus meer of minder online zijn. Daarbij is het interessant om erover na te denken hoe dat er voor mijn eigen werksituatie uitziet. In ons geval doen we bijna alles online. Is dat altijd de beste keuze? Nee, dat denk ik niet. Zou dat anders kunnen? Ja, maar beperkt. Dat heeft vooral te maken met de kaders waarbinnen we moeten werken.

Ingeblikt en asynchroon
Ik heb een nieuwe term geleerd: ingeblikt onderwijs. Ons onderwijs is vooral ‘ingeblikt’.
Ingeblikt online onderwijs kan volledig zelfstandig bestudeerd worden en er is geen persoonlijke interactie tussen docenten en studenten of tussen studenten onderling. Maar er zijn ook wel (al is dat dus beperkt) praktijkopdrachten, waarbij er iets wordt uitgevoerd of ingestuurd. Dit wordt asynchroon online onderwijs genoemd. Bij asynchroon online onderwijs is er wel interactie, bijvoorbeeld tussen mentor en medewerker, maar die vindt niet op hetzelfde moment plaats.
Motivatie
Het bij de les houden van studenten, is toch wel dé grootste uitdaging van online onderwijs. Dat zag ik al aan mezelf. Ik had best aan het begin van de week kunnen starten met de module, maar deed dit pas op zaterdag. Waarom? Omdat Netflix riep :-). Ook al doe ik dit vrijwillig en vind ik het leuk en interessant, dan nog is het blijkbaar moeilijk te beginnen. Note-to-self voor de volgende module: inplannen in mijn agenda.
Natuurlijk ben ik hierin niet uniek en hebben andere mensen erover nagedacht wat je hieraan/hiermee zou kunnen doen. Dat zit hem vooral in het aanbieden van structuur en het stellen van (tussentijdse) deadlines. Als er een live online sessie gepland staat, waarin je mee moet kunnen praten over onderwerp x, dan wil je er wel voor zorgen dat je dat gedeelte voor die tijd hebt doorgenomen. Je kunt AI inzetten, waarmee je bijvoorbeeld een seintje geeft aan lerenden als ze al een tijd niets gedaan hebben en/of nog niet ver genoeg zijn. En last but not least, is het essentieel dat je deelnemers goed voorbereidt op online leren door ze bijvoorbeeld tijd te geven om te wennen aan het systeem en te helpen met plannen en het stellen van doelen.
Inbedding in organisaties
Naast motivatie zijn er nog meer dan genoeg andere uitdagingen. Ik wil er hier één uitlichten, namelijk de inbedding in organisaties en de strategische vragen die daarbij horen. Hoe past online onderwijs bijvoorbeeld bij het toekomstperspectief van de organisatie en hoe wordt leren gewaardeerd? En zo zijn er op dit vlak nog veel meer te beantwoorden vragen. Leren krijgt daardoor een duidelijke functie en dat geeft de lerenden weer structuur. En dat draagt op zijn beurt weer bij aan motivatie.
Betalen voor online onderwijs?
Een andere interessante kwestie vond de vraag of mensen niet eerder bereid zijn om te betalen voor face-to-face-onderwijs dan voor online onderwijs. Veel mensen associëren internet met ‘gratis’. Ze betalen liever € 1000 voor een studiedag dan € 250 voor een online leeractiviteit met meer inhoud. Natuurlijk is dat niet terecht, maar het is wel de beeldvorming.
Daarop doordenkend, en dat heeft ook te maken met mijn eigen werk: wat betekent het als je een e-learningplatform hebt, dat je breed toegankelijk maakt, zonder dat daar kosten aan verbonden zijn? Wordt dat dan wel als waardevol gezien? Die gaat in ieder geval op mijn ‘daar moeten we het nog eens over hebben’-lijstje.